Ik haat politiek
Camilla is twaalf en woont in een klein stadje in Noord-Italië. Zij vertelt waarom ze politiek haat. Om te beginnen stelt ze haar familie voor. Over haar vader Roby spreekt ze in de verleden tijd, over mama in de tegenwoordige. Ze laat de lezer niet lang in twijfel want ook al op de eerste bladzijde zegt ze: "Papa is overleden toen ik zes was. Mijn leven is in tweeën gespleten als een appel. De eerste helft smaakte zoet en sappig, de andere helft smaakt bitter, met wurmpjes." Mama was een bekende tv-journaliste. Zes jaar geleden gaf ze haar job op en nu werkt ze aan de kassa van de supermarkt. Papa was een bekwame ingenieur bruggenbouw. Hij bouwde niet alleen bruggen over ravijnen en rivieren maar ook tussen mensen. Want papa was onder invloed van zijn professor en leermeester in de politiek gestapt en burgemeester van het stadje geworden. Hij zorgde voor sociale huisvesting en zette een degelijk milieubeleid op poten. Toen woonde Camilla met haar ouders in een grote villa. Papa stierf toen broertje Kiko nog een baby was. Hij werd beschuldigd van geldverduistering en stierf in de gevangenis. Toen verhuisden ze naar een flatje in de sociale woonblokken. Veel mensen lieten hen toen vallen. Omwille van de roddel gaf mama haar job als journaliste op. Mama en Camilla zijn ervan overtuigd dat papa onschuldig was. Zijn mentor, de minister, verdween zes jaar geleden spoorloos. Mama weigert alle hulp van buitenaf, ook van haar vader, een rijke snoepjesfabrikant. De nieuwe burgemeester is het tegengestelde van Camilla's vader. Camilla heeft heel wat te verduren van het zoontje van de burgemeester maar ze staat haar mannetje. Ze speelt niet voor niets rugby.
Sinds enige tijd loopt er in het stadje een zwerver rond met gevulde plastic zakken en enkele honden en katten. Hij laat zich Aristoteles noemen en zit dikwijls te schrijven in het bushokje. Camilla praat vaak met Aristoteles. Hij geeft haar tips om op een democratische manier beslissingen te nemen in de klas, bijvoorbeeld over de klasschikking. Als Camilla hem triomfantelijk komt vertellen dat zij gewonnen heeft bij de stemming zegt Aristoteles: "Jij wordt nog eens een belangrijke politica." Dan roept Camilla: "Ik haat politiek! ... het haalt mensen bij je weg ... De politiek heeft mijn papa vermoord!" (p. 54).
Nu gaat het verhaal naar de kern. Aristoles geeft Camilla een inleiding in de politiek in drie lessen en stilaan krijgt Camilla inzicht in wat er met papa gebeurd is. De professor-minister hield zich met duistere zaakjes bezig en liet papa smeergeld transporteren zonder dat hij wist wat de inhoud van de koffertjes was. Want papa was loyaal tegenover zijn mentor. Camilla heeft al een tijdje het gevoel dat de ogen van Aristoteles haar bekend voorkomen. Na de lessen in de politiek wordt ook stilaan duidelijk wat Aristotels in de zakken onder de schelpen vervoert. Alles wordt uitgeklaard als één iemand de moed heeft om eindelijk te spreken. Een echt happy end kan het niet meer worden want papa komt nooit meer terug, maar Camilla en haar mama kunnen toch weer naar de toekomst kijken.
De lessen in de politiek (hoofdstukken 7, 9 en 12) zijn interessant om met jongeren over te praten. De lessen vertrekken telkens van een woord. Eerste woord: het anagram van politiek is 'Ik let op'; het tweede woord 'polis' betekent stad, een gemeenschap waarin iedereen inspraak heeft; het derde woord: ministrum = dienaar; een goed politicus dient, bedient zich niet.
Is dit een triest boek? Soms wel, maar er zit ook veel humor in. Het is in bevattelijke taal geschreven ook al is het onderwerp zwaar. Heel af en toe is het verhaal voorspelbaar en aan het eind iets te veel geïdealiseerd. Maar het blijft een sterk verhaal. Een jonge eigenzinnige uitgeverij om in de gaten te houden!