In dit kleine, vierkante boekje maken kinderen kennis met 25 bloemen. De meesten bloeien in ons land of zijn hier wel in tuinen te vinden. Elke bloem krijgt één pagina, waarin de plant in zijn geheel en dan nog enkele details mooi zijn uitgewerkt in erg realistische illustraties. De illustraties worden omringd door een vijftal kernachtige feiten die je helpen om de bloem snel te herkennen: de vorm van het blad, de steel, de kleur van de bloemblaadjes, enz. Onder de tekening staat een korte tekst met wat extra info: wanneer bloeit deze bloem, van waar komt de naam, giftig of eetbaar, … Zonder daar nadruk op te leggen wordt de kalender gevolgd: de eerste bloeier is het Klein Hoefblad en het boek sluit af met het Boerenwormkruid aan het einde van de zomer. Vooraan in het boek krijg je een korte inleiding, waarin ook duidelijk vermeld staat dat je deze bloemen beter niet plukt. In het nawoord komen enkele suggesties aan bod voor het geval je nog meer bloemen wil leren kennen: boeken maar ook websites worden hier vermeld. In deze serie verscheen ook ‘Ik ken al 25 vogels’, dat qua opzet identiek is. De boeken zijn mooi en sober geïllustreerd en geven een zeer realistisch beeld. Het aantal bloemen/vogels is bewust beperkt gehouden tot 25, om het voor jonge lezers werkbaar te houden. Het boekje is zeker, door zijn handig formaat, geschikt om mee te nemen op een wandeling. Voorlezen vanaf vijf jaar, zelf lezen vanaf acht jaar.