Ik praat als een rivier
Elke ochtend wordt een jongen wakker die vecht tegen het geluid van woorden. Hij hoort de woorden overal om zich heen, maar kan ze zelf niet uitspreken. Met de symbolische woorden “dennenboom, kraai en maan” legt de jongen uit dat er geen woorden uit zijn mond komen. In de klas zorgt dat voor veel problemen. De leerlingen staren hem aan als hij niet op vragen kan antwoorden. Hij is het buitenbeentje van de klas. Bij zijn papa vindt de jongen een veilige thuishaven. Zijn papa vergelijkt de jongen met een rivier: de rivier woelt, borrelt en raast net zoals de jongen praat. De rivier stottert net zoals de jongen.
Zowel in woord als in beeld laat dit boek het hoofd van de jongen lezen. Door de grote focus op de rivier als symbool voor het stotteren van de jongen, wordt het stotteren herkenbaar. De auteur herhaalt de kernzinnen van het boek meermaals, wat het inleven in de jongen versterkt. De kwetsbaarheid van de jongen staat voorop en we lezen het verhaal vanuit het perspectief van de jongen. De grote en indringende emoties in de illustraties zorgen er dan weer voor dat de jongen helemaal tot leven komt.
Dit boek is om in te verdrinken. In de positieve zin dan. De illustraties voeren je mee in het hoofd van de jongen en laten je niet meer los. Het gebruik van aquarel draagt goed bij aan de sfeerschepping en de symboliek van de rivier. De kunstwerken tonen duidelijk de penseelstrepen die de illustrator aanbracht, waardoor ze authentiek overkomen. In het midden van het boek kunnen de bladzijden opengeklapt worden en verschijnt de rivier. De droefheid van de jongen verdwijnt bij het openen van de bladzijden en de rivier schreeuwt hoop uit. De eenvoudige techniek zorgt ervoor dat de ommekeer bij de jongen (van een gesloten naar open houding) ook in de handelingen van de lezer wordt weerspiegeld, namelijk het openen en sluiten van de bladzijden.
Dit boek heeft reeds prijzen gewonnen. Helemaal terecht.