Dit tweede deel pikt de draad op waar boek één stopte. Nomi komt samen met de gewonde kroonprins aan op het gevangeniseiland. Tot haar verbazing ontmoet ze hier haar zus Serina, die een andere persoon lijkt te zijn. Ze is de leider van de vrouwen die in opstand zijn gekomen tegen hun bewakers. Nu wil ze alle meisjes echt bevrijden en ontsnappen van het eiland. Maar lukt het hen om een bevoorradingsboot te veroveren? En waar kunnen zoveel vrouwen een veilig onderkomen vinden? Alvast niet in hun eigen land, waar vrouwen nog steeds onderdruk worden. Lukt het de kroonprins om zijn rechtmatige plaats terug in te nemen aan het hoofd van het land, en zal hij de rechten van de vrouwen willen en kunnen verdedigen?

De stijl van het boek – zowel qua lay-out, cover als schrijfstijl – is helemaal dezelfde als die van boek één. Het lijkt wel of het volledige verhaal een te dik boek was en dat het daarom in twee werd gesplitst. Wel ligt het ritme van het verhaal – vooral bij de start – wat trager. Maar er is wel een spannend einde met een onverwachte twist die het verhaal veelbelovend afsluit.