Joris en de geheimzinnige toverdrank
De meeste grootmoeders zijn lieve, aardige, hartelijke oude dames ... maar die van Joris dus niet. Ze zit de hele dag in haar stoel voor het raam en klaagt, moppert, bromt en mokt over alles en nog wat. Ze is een misselijkmakende zuurpruim. Wanneer de moeder en vader van Joris uit huis zijn, commandeert Grootmoe Joris de hele tijd. Elke dag om 11 uur neemt grootmoe een lepel van haar drankje en vandaag is Joris aan de beurt om dit te geven. Hij besluit een geheel eigen drankje te brouwen bij wijze van experiment. Gewapend met een reuzegrote pan gaat Joris het hele huis rond en giet hij de meest vreemde dingen bij elkaar. Terug in de keuken zet Joris de pan op het vuur en wacht hij af tot er een heerlijk romig bruin brouwsel ontstaat. Nietsvermoedend neemt grootmoe een lepel van de fles ... waarna de hel losbreekt. Grootmoe begint te groeien en groeit zowaar door het dak. Het groeien lijkt maar niet te stoppen, totdat de brandweer haar bevrijdt. Joris geeft datzelfde toverdrankje ook aan de kippen, waarna ook zij beginnen te groeien. Zo groeien alle dieren van de boerderij uit tot reusachtige wezens.
Dit klassieke verhaal van meesterverteller Roald Dahl kunnen we onmogelijk als iets vernieuwend of origineel beschouwen. In zijn typische stijl beschrijft de auteur het leven, bekeken door de bril van een kind dat omringd is met slechte volwassenen. Ook dit verhaal zit boordevol humor, maar kent zeker ook een donkere kant. Deze heruitgave van het alom bekende boek uit 1981 is niet zo geslaagd, maar het verhaal doorstaat met glans de tand des tijds.