Juwelen van stras
Elske woont in het grote huis, met rond haar mensen die ooms, tantes, neven en nichten genoemd worden. In wisselende samenstellingen: sommigen verdwijnen, anderen komen aan. Ze weten niet echt veel van elkaar. En dat is maar goed ook. Want het is oorlog. En Elske is joods. En niet alleen Elske. Dit intimistische verhaal vraagt aardig wat voorkennis over oorlog, deportatie, Holocaust. Want er wordt bijzonder weinig uitgesproken, en des te meer gesuggereerd. Bovendien worden er meer vragen opgeroepen dan beantwoord: wie is oom Jo-tje? Waarom gaat ie met een hele bende nichtjes op restaurant? Wat is de betekenis van de nepjuwelen die ze daarbij krijgen? Of moet je je hier als lezer geen vragen bij stellen, en dit gewoon ondergaan, zoals Elske zelf, vanuit wiens standpunt je dit verhaal mee beleeft. Hoewel echt waardevol op zich, stoort de contradictie in de signalen die de uitgave geeft: een ietwat cryptisch verhaal, in een luchtige bladspiegel met heel weinig tekst, in een groot lettertype, verlucht met illustraties. Illustraties die bovendien veel te jong en te kinderlijk zijn in vergelijking tot de tekst, wat bijdraagt tot de misleiding van de koper. Te gewoon ook, in vergelijking met de geladen inhoud.