Kameel weet het zeker

Wanneer kameel wakker wordt en met zijn ogen knippert tegen de zon en het stof, stelt hij vast dat dat niet nodig is. Er is geen stof en er is geen zon. Hij voelt geen warm zand onder zijn voeten, onder zijn hoeven is het hard en koud. Hij weet niet waar hij is en de drie andere kamelen die hij liggend tegen een muur aantreft, weten het ook niet. Als lezer wordt het je meteen duidelijk; Kameel bevindt zich nu in de dierentuin en zijn vertrouwde kudde, tenten, grasplekken en waterkruiken zal hij nooit meer terugzien. Zo gaat dat immers in realiteit.

Maar dan verschijnt er een jongetje aan het hek rond zijn kooi, Vos heet hij. Al gauw ontstaat er tussen Vos en Kameel een heel bijzondere band. Ze begrijpen elkaar en communiceren in mensentaal. Vos is vastbesloten Kameel terug te brengen naar de woestijn waar hij vandaan komt. Als bij toeval hebben zijn ouders een reis gepland naar Egypte, het lievelingsland van Vos’ onlangs overleden opa. Ze willen er opa uitstrooien en gelijktijdig de twee geiten van opa meenemen als geschenk voor opa’s beste vriend. Het worden spannende en ook emotionele dagen, maar uiteindelijk belandt Kameel, anders dan dat in realiteit gebruikelijk is, weer in zijn vertrouwde woestijngebied.

De uitspraak van Vos’ opa ‘Als je iets heel graag wil, vraag je dan nooit af hoe je het moet doen. Doe het gewoon’, vormt de rode draad doorheen het verhaal. Daardoor lijkt het alsof de opeenvolgende gebeurtenissen een loopje nemen met de werkelijkheid. Voor jonge lezers die aan een langer verhaal toe zijn, vormt dit geen hinderpaal. De gevoelens van Vos en Kameel zijn herkenbaar en de thema’s vriendschap, verlies, hoop en blijdschap nodigen uit tot nadenken. De kleurrijke illustraties, in gemengde technieken, waarin de gevoelens nog extra worden geaccentueerd, sluiten mooi aan bij de doordacht geschreven tekst. De combinatie van beiden biedt jonge lezers een filosofisch getint geheel dat uitnodigt om weg te dromen.