Karel Klus woont met zijn hond Boris in een huisje aan het eind van de weg aan de rand van het meer. Hij is perfect gelukkig tot hij zich afvraagt wat er aan het andere eind van de weg te zien is. Hij besluit een auto te bouwen om naar het andere eind te rijden. Door de jaren heen heeft hij heel veel spullen verzameld. Samen met Boris bouwt hij stap voor stap een auto. Boris helpt zijn baas. Als de auto geel geverfd staat te blinken, wil Karel vertrekken. Maar dan ontdekt hij dat hij de motor vergeten heeft. Wanneer dat ook weer in orde is, rijden ze weg "om het meer heen, over de bergen tot aan het andere eind van de weg". Dit is een heel leuk boek over techniek, echt iets voor kinderen met en technische knobbel. De hele constructie van een auto en de juiste terminologie zijn in een sober verhaal verpakt. De illustraties waarin Boris voor de grappige noot zorgt, verduidelijken het verhaal. Aan autogekke kleuters kan je het al voorlezen, kinderen (jongens) die niet graag fantasieverhalen lezen, kunnen het zelf lezen.