Noor en Toon zijn fijne vrienden, maar nu even niet, ze hebben ruzie. Maar lang duurt dat niet, want Toon wil terug haar vriend zijn. Samen met kat schrijft hij een brief naar Noor. Wanneer Toon moet gaan slapen, geraakt hij in paniek omdat zijn kat nog niet in de slaapmand ligt. Mama stuurt Toon naar Noor om te vragen of kat daar is. Samen gaan ze op zoek en vinden kat, liggend onder een struik. Toon is zo blij dat hij kat terug heeft, dat hij kat mee in bed neemt. Zijn mama is een beetje boos omdat dat niet mag. Halverwege de nacht is kat dan toch weer ontsnapt. Wanneer Toon en zijn papa hem willen gaan zoeken, horen ze een luide gil van mama.  Zij is geschrokken van iets dat in haar bed zit. Toon ontdekt dat het kat is en nu is het zijn beurt om boos te zijn op mama.

Een heel luchtig verhaal over vriendschap en ruzie maken en zeker niet te vergeten: over poezen. Het wordt duidelijk dat ruzie maken niet alleen met je vrienden gebeurt, maar ook met je ouders. Toch is het duidelijk dat het geen drama hoeft te zijn, zolang je het maar kunt bijleggen.  Er is een duidelijke opbouw van het boek: één bladzijde tekst in een groot eenvoudig lettertype en één bladzijde illustratie. De tekeningen bestaan uit lichte kleuren, zijn sober, maar zijn wel een verrijking in het boek en volgen prima de tekst. Hierbij is de kat zeker in het oog te houden, zij is vaak het humoristische detail. De tekst is opgedeeld in kleinere stukjes zodat de beginnende lezers niet ontmoedigd worden. Er worden geen moeilijke woorden, noch hoofdletters of lange zinnen gebruikt. Een echt boekje om de eerste stappen in het lezen te zetten.