Kathelijne van Kenau
Haarlem, 1572. Onder het commando van Don Fadrique, zoon van Alva, omsingelen de Spanjaarden de stad. De inwoners worden via het Haarlemmermeer door de geuzen bevoorraad. Tijdens de beeldenstorm in de Sint-Bavo wordt Gertruide met haar vriend Pieter gevat en naar Amsterdam overgebracht. Daar zullen ze terechtstaan.
Gertruide is de halfzus van Kathelijne, de vertelster. Hun moeder is Kenau Simonsdochter Hasselaer. De rijke weduwe, verbitterd door de dood van haar jongste dochter, belooft steun aan de prins van Oranje met de bouw van haar schepen. De geuzen krijgen versterking van Waalse huursoldaten. Kathelijne wordt verliefd op Dominique, die ingekwartierd is bij haar familie. Hij gaat spioneren in het Spaanse legerkamp. Uiteindelijk zullen de verdedigers van de stad een akkoord sluiten met de Spanjaarden. Die beloven de stad niet te plunderen.
Dit boek vertelt een episode uit de Tachtigjarige Oorlog. Veel steden werden toen door het Spaanse leger geplunderd en uitgemoord. Haarlem kon lang standhouden. Kenau Simonsdochter, de legendarische sterke vrouw, kon ontsnappen. Lydia Rood liet zich inspireren door het filmscenario ‘Kenau’ van Karin van Holst Pellekaan en Marnie Blok.