Keedie

Keedie en Nina mogen tweelingzussen zijn, ze groeien steeds meer uit elkaar. Nina doet er alles aan om bij de groep te horen, ook wanneer de groep aan het pesten slaat. Keedie daarentegen heeft over alles een eigen, uitgesproken mening, en steekt die ook niet onder stoelen of banken. Op school neemt ze de verdediging van de slachtoffers op zich, thuis haalt ze werkelijk alles uit de kast om haar jongere zusje Adeline te helpen.

Keedie is een prequel op Een soort vonk van Elle McNicoll uit 2020, maar kan perfect los daarvan gelezen worden. Met dat debuut wilde de Schotse auteur meer representatie van neurodiverse personen in jeugdliteratuur bewerkstelligen, en dat heeft ze ook in haar volgende boeken verdergezet. Dat is zonder meer een nobel streven, maar niet voldoende voor een goed verhaal. Om de paar bladzijden valt het woord autisme, aan de lopende band legt het hoofdpersonage uit hoe zij zich voelt en de wereld ervaart. En dat beschrijft ze in lange vergelijkingen die het niet altijd makkelijk maken voor de lezer om haar te begrijpen, terwijl dat toch juist de bedoeling is. Een voorproefje: “Je moet de cartograaf zijn van je eigen hart. Het allemaal in beeld brengen. De rotsen waarop je te pletter kunt slaan, de rivieren met hun verraderlijke stromingen. Alleen zo kun je het gevaar omzeilen en leren de juiste afslagen te nemen. Dan weet je welke bruggen kunnen inzakken, welke grotten te donker zijn, maar ook op welke veldjes je tot rust kunt komen.”