Kees naar de koeien
Kees gaat op zoek naar Septimia, het meisje met de mooie gouden krullen dat hij leerde kennen in 'Kapitein Kees'. Hector, zijn cavia, neemt hij mee. Septimia vond hem zo leuk. Als Kees Sep tegenkomt is ze net met de motor aan 't rijden. Wat is ze ontzettend stoer! Resoluut neemt ze de bedeesde Kees onder de arm en nodigt hem thuis uit. Daar is het wel heel anders dan bij mama en papa, vindt Kees. Anders, maar wél leuk. Sep woont op een boerderij en Kees vindt het fantastisch. Het is een heel avontuur vol weilanden, koeien en het kleine kalfje Zwabber. Ondergepoept worden is natuurlijk niet zo leuk, maar als Sep je met de tuinslang afspuit, is dat zo weer vergeten. Maar dan komt het besef dat Kees door al dat plezier zijn vriend Hector helemaal vergeten is. Die is er natuurlijk vandoor! Kees wordt overmand door schuldgevoelens en verdriet. Hoe kon hij nu zijn beste vriend vergeten? Hoe moet dat nu verder met Hector? Als Sep hem vraagt om te blijven slapen is dat wel heel erg spannend. Zo'n grote tafel vol broodzakken en een badkamer vol vuile kleren zijn er thuis niet. Thuis kent hij alles. Hier is alles vreemd. Maar Kees heeft geen keuze. Hij moet wel blijven om te zien of Hector terug komt ...
'Kees naar de koeien' is het derde Kees-verhaaltje van Anke Kranendonk na 'Kapitein Kees' en 'Liever een hond'. Ook nu weer leven we mee met het kleine avontuur van de zevenjarige Kees. Dat hij niks weet van het leven op een boerderij is wel duidelijk. Ook zijn onzekere houding tegenover Septimia is aandoenlijk. Als volwassen lezer besef je natuurlijk al veel eerder dan Kees dat hij Hector aan 't vergeten is. Kranendonk schrijft op een zeer toegankelijke manier. Ze maakt gebruik van korte, heldere zinnen. Zo geeft ze op een eenvoudige wijze de sfeer van het avontuur op de boerderij en het verdriet en de schuldgevoelens over Hector's ontsnapping weer. Je leeft helemaal met die arme Kees mee. De mooie, kleurrijke illustraties van Annemarie van Haeringen die her en der in het boek voorkomen visualiseren de situaties op de boerderij.
Een fijn, rustig verhaaltje met een klein beetje spanning om voor te lezen vanaf 6 jaar, zelf lezen kan eerder vanaf 8 jaar.