Kiek
Kiek is een veertienjarig meisje. Ze is de dochter van een alleenstaande moeder. Nu ze een puber geworden is, wil ze haar biologische vader leren kennen of alleszins weten wie hij was. Maar haar moeder zwijgt in alle talen. Ze beweert dat ze dronken was toen Kiek verwekt werd in een bezemkast. Het enige dat haar moeder zich herinnert, is dat haar biologische vader een basgitarist was. Daarom beslist Kiek om samen met Lottie, haar beste vriendin, het beeld van haar biologische vader te maken. Ze ondervraagt enkele basgitaristen en Lottie tekent telkens een deel van het gezicht dat dan een deel van haar vader wordt. In haar zoektocht raakt ze in problemen en komt ze op het politiebureau terecht. Daar wordt ze opgehaald door Wieger, haar ex- stiefvader. Stilaan geraakt haar portret af, maar Kiek is niet tevreden en wil haar vader fysiek leren kennen. Ze gaat informatie zoeken bij haar oma en komt zo bij de beste vriendin van haar moeder. Zo komt ze uiteindelijk bij Ron, haar echte vader. Hij leidt nu een totaal ander leven dan toen hij jong was.
De situaties zijn hectisch en hilarisch. De vele dialogen maken het boek vlot leesbaar. Maar deze dialogen zijn heel oppervlakkig. Er komen weinig emoties bij kijken. Het verhaal komt traag op gang. Enkel op het einde wordt het spannend wanneer Kiek haar echte vader opzoekt. Het taalgebruik is vrij Hollands. Dit merk je al onmiddellijk in de namen.