Kiekeboe

Er rolde een ei door het bos ... Met deze 'droge' openingszin begint een ontroerend en bijzonder mooi verhaal. Het is een groot bruin ei en het belandt toevallig in het nest van een nietsvermoedende, in haar lectuur verdiepte moedereend. Ze broedt rustig verder op haar drie plus één eieren. Als de eieren beginnen te kraken, verschijnt er eerst een eendenkuiken met blauwe spikkels. Het krijgt de naam Bosbes. Dan volgt een bruin-wit gestreept kuiken, het wordt Zebra. Het derde kuiken is geel en heet Manestraal. Als het grote, vierde ei kraakt, komt er een vreemde eend die bijzonder veel weg heeft van een krokodil te voorschijn en hij roept: "Kiekeboe!", waarmee hij zichzelf een naam geeft. Kiekeboe leert alles wat eendenkinderen moeten kunnen. Hij leert niet alleen sneller, hij is ook veel groter en sterker. Moeder Eend houdt van alle vier haar kinderen evenveel. Maar op een dag komen er drie echte krokodillen en die hebben zin in eend. Ze zetten Kiekeboe onder druk om hen te helpen. Maar Kiekeboe beseft hoe slecht de krokodillen wel zijn en hij besluit: "Ik ben misschien geen echte eend. Maar een slechte krokodil ben ik ook niet." Die nacht maakt hij een plan en als de krokodillen de volgende dag terugkomen, wacht hen een donderend onthaal. Kiekeboe wordt de held van de eenden, hij blijft bij Moeder Eend wonen en als ze hem vragen: "Van wie ben jij er eentje?", dan antwoordt hij trots: "Van Moeder Eend." Een heel mooi verhaal over anders zijn en aanvaard worden. De vloeiende tekst en de originele illustraties passen heel knap bij elkaar. Het is een boek dat helemaal 'af' is: het zacht-roomkleurige papier, de bruingrijze tinten van de prenten, de verrassende perspectieven: een klein meesterwerkje!