In dit telboek tellen de peuters van één tot tien. Maar, hoe eenvoudig ook, er zit een verhaaltje in de tekst en de tekeningen samen. Mama komt thuis met één tas vol boodschappen. Wat heeft ze veel gekocht, denken twee vriendjes - Kleine Ezel en Jakkie - en ze snuffelen in de tas. Daarin vinden ze wel drie zakken met snoep. Dan kijken vier vragende oogjes mama aan. Het is verbazend op welke eenvoudige manier de illustrator de vragende oogjes en hoofdjes toont. Mama zet de snoepjes hoog op plank vijf in de kast. Ze schikt zes bloemen in een vaas. Als mama weg is, klimmen Kleine Ezel en Jappie zeven treden op de keukentrap om de snoepjes te pakken. Maar ze vallen met acht pootjes in de lucht en dan komen er negen dikke tranen, die mama wegkust met tien kusjes. Een herkenbaar en mooi samenhangend verhaaltje met cijfers van 1 tot 10. De illustraties maken het verhaal volledig. Knap! Op de voorkaft staat Kleine Ezel in reliëf en in blinkend pak zodat je hem kunt voelen.