Klincus Boomschors en de drakentranen
Met een zelfgemaakte scooter weet de tienjarige wees Klincus Boomschors te ontsnappen uit de stad Umghard. Al snel liggen de werkplaatsen van Sir Graylock achter hem en racet hij door het besneeuwde woud. Maar dan gaat hij overkop en als hij overeind krabbelt, ziet hij allemaal lichtjes in de bomen. Hij wordt gevangen genomen door een klein volkje dat diep verscholen in het woud leeft. Er is nog nooit een ‘miuk’ tot in het Loofrijk doorgedrongen. Gelukkig vertrouwen koningin Geminia en haar raadsheer Falabas hem al snel voldoende om hem vrij te laten. Hij maakt kennis met Yuki en Glyn en de pratende eekhoorn Ryllo en krijgt onderdak in het Koninklijke Magazijn. Als hij er ook nog eens in slaagt ervoor te zorgen dat de voorraad drakentranen kan aangevuld worden om in de verlichting van Loofrijk te voorzien, wordt hij zelfs helemaal ingeburgerd.
Een geslaagd eerste deel in een nieuwe reeks over een pientere jongen die voor elk probleem wel een oplossing in elkaar weet te knutselen. Het is duidelijk dat zijn eerste levensjaren niet van de leukste waren en Klincus is dan ook heel blij dat hij zich op het einde van het verhaal tot de bewoners van de stad Loofrijk mag rekenen. Hij heeft er echte vrienden.
Het verhaal zit vol avontuurlijke en fantasierijke elementen en af en toe een humoristische noot. Alles verloopt zeer snel: in enkele hoofdstukken groot gedrukte tekst gebeurt er heel wat. Je moet hier niet rekenen op wondere beschrijvingen of uitgediepte karakters. Een heleboel gedetailleerde tekeningen illustreren de wat oppervlakkige tekst waarin af en toe een vertaalfout opduikt. Maar het is best een aantrekkelijk boek dat ook door kinderen die minder graag lezen gesmaakt zal worden.