Kodo en de Reuzenvogels
Koning Kwaak wilt een groot geboortefeest geven. Tegelijk wilt de koning graag honderd kikkers uit de Kikkerwereld naar zijn land halen om mee te vieren. Die kunnen met behulp van reuzenvogels naar Kikkerland komen. Omdat de berekening van het aantal nodige vogels blijkbaar zo moeilijk is, wordt er een wedstrijd uitgeschreven. De jonge Kodo kan de moeilijke som (10 x 10!) oplossen. Hij wordt op zijn eentje naar Vogelland gestuurd om de speciale vogels te gaan zoeken. Onderweg ontmoet Kodo Geeloogje en later Katinka. Zij zullen Kodo helpen om in Vogelland te geraken. Koning Veelpluim van Vogelland zorgt voor tien sterke vogels die op hun beurt de honderd kikkers zoeken en naar Kikkerland brengen om feest te vieren. Om Kodo te bedanken mag hij van Kwaak een wens doen. Die wens blijkt al ingelost te zijn: de vriendschap die hij onderweg kon ervaren.
Dat in dit boek de kikkers de hoofdrol spelen is meer dan duidelijk in het taalgebruik. Het woord “kikker” wordt veel te vaak gebruikt. Zowel losstaand als in samenstellingen. (Kikker – kikkerkoning – kikkerogen – Kikkerland – Kikkerwereld ...) en dat allemaal heel kort na elkaar. Tegelijk zijn de gekozen namen dan ook nog eens zo voorspelbaar: vb. Koning Kwaak van Kikkerland. Er worden veel beschrijvingen gegeven. Overbodige bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden maken het verhaal te langdradig. Ook al is het een fantasieverhaal, het is inhoudelijk heel zwak. De illustraties bij de tekst nemen een hele pagina of meer in beslag. Ze lijken geschilderd te zijn. Ook deze konden me niet overtuigen.
Het boek kwam gedeeltelijk via crowdfunding tot stand.