Koerierdiensten rijden steeds vaker op onze (snel)wegen. Geen wonder dat ze ook in kinderboeken opduiken. Dat Koko de koerier eind 2019 in een prentenboek belandt is al evenmin toeval, hij past helemaal in het thema van de Nederlandse kinderboekenweek rond vervoer.

Koko is een ‘bezorghond’. Hij moet stapels pakketjes op het juiste adres bezorgen én bovendien op tijd. Dat is niet altijd gemakkelijk, vooral tijdens de spits. Dat merk je meteen op de overvolle prenten waarop Koko zich beweegt tussen een wriemelende massa voertuigen op de weg, in de lucht, van woestijn tot pool, met het spoor, op en onder de zee en ten slotte in de ruimte.

De eerste uitdaging voor de kijkers is om Koko te vinden in al die drukte. Onder elke prent krijgen ze nog een extra opdracht: ‘Kun je deze dingen vinden: een wortel …’ of ‘Tel alle muizen, …’ De teksten die deze opdrachten vooraf gaan, zijn feitelijk overbodig; ze beschrijven telkens enkele scènes uit de prenten in een stijl die levendigheid mist. Achteraan in het boek staan nog extra zoekopdrachten. Opnieuw word je gevraagd om dieren te tellen, maar dit keer over het hele boek, wat niet simpel is. Zo zitten er niet minder dan 58 konijntjes verstopt in de prenten en 39 wolven. Ook de getekende voorwerpen en de silhouetten terugvinden vraagt vaak heel wat zoekwerk. De oplossingen vind je in het boek, maar de prentjes waarop de te zoeken voorwerpen omcirkeld zijn, zijn zo klein dat je ze soms nauwelijks kan zien.

Maar ook zonder de zoekopdrachten bieden de drukke prenten veel kijkplezier. Je ontdekt beren achter een honingtruck, brandweerolifanten die een vuurspugende draak moeten blussen, een haan die een vos onder schot houdt, een ‘Vistanic’ vol pinguïns en ijsberen, duikboten in de gekste vormen, katten die genieten op een melkplaneet en nog veel meer. Ze staan garant voor uren kijk- en ontdekplezier.