Kook jij of kook ik?
Piet en Riet zijn goede vrienden. Piet is lang en smal, Riet is klein en mollig. Ze werken samen in een restaurant. Hoewel ze goede maatjes zijn, hebben ze toch ook vaak ruzie. Piet is snel boos en Riet geeft voortdurend commentaar. Dat zorgt voor heel wat wrevel. Zo gaat het niet langer. Piet is alles moe en hij vertrekt naar zee. Daar hoopt hij rust te vinden. Na een tijdje slaat de verveling toe en gaat hij op zoek naar een bezigheid. Hij vangt vis en doet dat zo goed dat hij al snel zoveel vis heeft dat hij er iets mee moet doen. Piet opent een viskraam. Die draait heel goed. Ondertussen doet Riet dapper voort in het restaurant, maar ze kan het niet alleen aan. Ze schrijft een advertentie uit waarin ze om een nieuwe kok vraagt. Er komen kandidaten op af maar die zijn niet allemaal even geschikt. Zo is er de verwaande Bella die erg ijdel is en er helemaal niets van bakt. Dan passeert Gerrit de revue. Hij kan helemaal niet koken, maar wil het wel graag leren. Dat blijkt al vlug een vergissing: Gerrit is vreselijk onhandig. De laatste kandidate, Truida, kan wel goed koken, maar zij heeft toch een belangrijk minpunt: ze laat voortdurend windjes die heel erg stinken. De gasten gaan voor haar op de loop! Riet geeft bijna de hoop op om nog een nieuwe kok te vinden. Ondertussen missen Riet en Piet elkaar, tussen al hun activiteiten door blijven ze aan elkaar denken. Dan komt eindelijk de meest geschikte kok af op de advertentie. Het is Piet! Riet is dolgelukkig. Ze komen tot het inzicht dat ze elkaar niet kunnen missen en elkaar perfect aanvullen. Ze maken een nieuwe start. Dit meegroeiboek vertrekt van AVI-Start en het laatste verhaal is op niveau van AVI-M4. Het verhaal loopt door, maar is opgesplitst in vier grote delen. Het leesniveau wordt in de rechterbovenhoek aangegeven door het aantal koffiekopjes. Het geheel is mooi vormgegeven: leuke, sfeervolle illustraties, een duidelijke bladspiegel, een leeslint en een origineel formaat. Hier en daar komt de tekst wat stroef over, bijvoorbeeld: "Riet zelf maakt het deeg wel altijd eerst." Uiteraard ben je als schrijver wat beperkt in je woorden en in de lengte van je zinnen, als het voor aanvankelijke lezers is, maar toch stoort het hier en daar. Iemand als Rindert Kromhout heeft hier bijvoorbeeld geen moeite mee. Toch blijft het geheel aantrekkelijk. Voor jonge lezers mag dit boek er zeker zijn.