Kroepoek en saté
Chan, een Chinees jongetje, wil vriendjes vinden in zijn nieuwe straat in Nederland. Op die manier komt hij in contact met verschillende culturen. Hij ziet hoe de andere kinderen leven, waar ze mee spelen, wat voor lekkers ze allemaal eten en hij hoort hoe hun taal klinkt. In de verschillende talen leert hij enkele woordjes en de betekenins ervan.
Het is een leuk idee om kinderen op deze manier kennis te laten maken met verschillende culturen. Kleuters kunnen er zeker iets uit leren maar de verhaaltjes zijn soms wat stereotiep en missen creativiteit. Het rijmend vertellen zorgt er soms voor dat de tekst niet echt aangenaam leest en het rijm is vaak nogal geforceerd. Op elke dubbel pagina komt een andere cultuur aan bod. De levendige illustraties lopen door over beide pagina's met de tekst over het minst bedrukte deel ervan. De achtergrond van de illustraties bestaat uit potloodtekeningen met kleuraccenten terwijl de hoofdfiguren zeer kleurrijk uitgewerkt zijn. Het contrast tussen beide stijlen is soms wel zeer uitgesproken. Bij elk land van herkomst wordt ook een woordenlijst met typische woorden of gerechten gegeven. Het lettertype dat hiervoor gebruikt wordt, is hard en donker ten opzichte van de rest van de tekst en illustraties. Het boek is duidelijk voor een Nederlands doelpubliek geschreven Vlaamse kinderen hebben er bijvoorbeeld geen boodschap aan dat Vlaamse frites omschreven worden als 'Dik gesneden Belgische patat'.