Kuifje & co.
De twaalf belangrijkste personages uit de stripreeks passeren hier de revue: om te beginnen Kuifje zelf en zijn naaste omgeving: Bobbie, kapitein Haddock, professor Zonnebloem, Jansen en Janssen, Bianca Castafiore. Maar evengoed Tchang, Abdallah, Serafijn Lampion, generaal Alcazar, dr. Müller, en Rastapopoulos. Voor elk van hen schetst de auteur hun intrede in de reeks, hun aandeel in de avonturen, hun evolutie doorheen de jaren, hun verhouding tot Kuifje, en waar Hergé inspiratie haalde voor de creatie van het personage. Dit levert wel eens een droog stuk op, wanneer er een opsomming gegeven wordt van wat personage X uithaalt in de albums Y en Z. Maar het levert evengoed heel boeiende stukken op, vooral wanneer het gaat over Hergé’s inspiratiebronnen. Een beetje Kuifjekenner weet dat zijn geestelijke vader er een ongelooflijk archief op na hield, en alle info in dit boek is voor hem of haar dan ook niet nieuw. Maar het geeft wel een mooi volledig overzicht, rijkelijk geïllustreerd met bv. foto’s van de zesjarige koning Feisal II van Irak en illustraties van zijn tegenhanger in de strip: het krengetje Abdallah. Of de geschiedenis van de sinistere Schotse dubbelagent dr. George Bell, en diens evenknie in de strip: dr. Müller. Dat Maria Callas model stond voor la Castafiore wist u waarschijnlijk al, maar de verbluffende parallel tussen een foto van Onassis en een tekening van Rastapopoulos, beiden aan de radiozender van hun eigen jacht, is dan weer nieuw en aardig om te zien. Kortom, een boek voor de liefhebber, en daarvoor hoef je uiteraard niet tot de categorie kinderen te behoren.