Kwaad bloed
Emma komt als naïef meisje van een dorpschool in een ijselijk strenge kostschool terecht. Haar ouders wilden haar thuis weg omdat haar oudste zus opeens ziek was ( maar eigenlijk zwanger). In het internaat valt Emma van de ene verrassing in de andere. Haar onschuld en onwetendheid verdwijnen vlug want de rijpere meisjes leren haar de betekenis kennen van alle volksliedjes die pikant en aangebrand zijn. Emma snapt nu dat ze door haar ouders steeds dom werd gehouden. Van de meisjes komt ze te weten waarvoor die verbanden dienen die in haar koffer zitten. Haar moeder heeft er nooit een woord over gezegd. Emma komt meer en meer in opstand tegen het gezag van de nonnen en de huichelarij van de priester. De lichamen van de meisjes groeien en bloeien. Emma sluit vriendschap met de tuinjongen, met opzet, want nu moeten ze haar wel wegsturen. Nu weet ze wat ze moet weten en wil ze zelf de confrontatie aangaan met haar ouders en alle dingen eens bij de naam noemen. Dit verhaal zal oudere lezers wel bekend in de oren klinken. De taboesfeer van de jaren '60, waar zovelen daarna tegen rebelleerden, wordt uitstekend geschetst. Het lijkt een levensecht verhaal want over maandstonden, seks, zwanger zijn werd zeker niet openlijk gesproken, laat staan voorlichting gegeven. De kerk en het kloosterleven speelden hierin een grote rol. Hoe anders het was om vrouw te worden in grootmoeders tijd, dat kunnen jonge meisjes van nu lezen in dit verhaal.