Vijf maanden, zover is Ana in haar zwangerschap. Nadat haar ouders vermoord zijn, is ze met de eerste de beste jongen in bed gekropen om het gebeuren te vergeten. Ze kent Evren helemaal niet en hij kent haar niet. Toch wil hij met haar trouwen, hij wil de vader zijn van het kindje in haar buik. Twee jongeren uit een gebroken gezin vinden even warmte bij elkaar. Ze besluiten om samen voor het leven te gaan, maar de gestolen auto van Evren brengt hen niet ver. Wanneer een ruzie met de eigenaars van de auto uitmondt in een schietpartij (zij het dan op autobanden), moeten Ana en Evren op de vlucht slaan voor de politie. Hun vlucht eindigt in een bouwvallig huisje, waar hun hoop op een mooie toekomst weer opflakkert, totdat de politie hen op het spoor komt … Breekbaar verhaal over twee jongeren die zich volwassen willen opstellen, maar daar ergens ook nog niet klaar voor zijn. In een vrij ruwe taal brengt de schrijver de gebeurtenissen tot leven. Gebeurtenissen die schokkend en toch ook levensecht kunnen zijn, als je de pech hebt in het verkeerde gezin geboren te worden. Twee schrijnende verhalen worden mooi door elkaar geweven op een grove en toch kwetsbare manier. Dit maakt dat het verhaal raakt en dat het zelfs lang na het open einde nog nazindert in je hoofd.