Leugenaar leugenaar

Hoeveel kwaadheid kan een kind in zich hebben? En hoeveel pijn verbergt die kwaadheid eigenlijk? Veel, heel veel pijn, zo blijkt uit het persoonlijke relaas van de dertienjarige Charlie. Sinds haar vader op haar verjaardag onverwacht en zonder een woord uitleg zijn gezin verliet, zit Charlie vol opgekropte woede. Eerst is ze razend op haar moeder die 'met haar gezeur haar vader wegjaagde' en niet lang lijkt te treuren. Wanneer ze de ware toedracht van zijn vertrek achterhaalt, richt ze haar kwaadheid op haar vader. Deze pijnlijke ontdekking is een van de beste passages uit het boek: beklijvend maar bikkelhard. Voor Charlie is iedereen een leugenaar. Maar begint ook zij niet te liegen? Want ze weet duidelijk geen blijf met haar gevoelens. Ze doet gemeen en zoekt ruzie; ze begint zelfs te vechten met Kat, een meisje dat haar pest. Ze 'moet iets vernielen, iets ergs doen, dat niet meer goed te maken is voor ze stikt in haar kwaadheid'. En dat doet ze uiteindelijk door Kat valselijk te beschuldigen van brandstichting op school. 

Dit boek is een vlijmscherp portret van de immense impact van een echtscheiding op een kind, zeker wanneer het over het hoofd wordt gezien. Het onvermogen van Charlie en haar ouders tot oprechte en verbindende communicatie is pijnlijk duidelijk. Er wordt natuurlijk wel gepraat, maar voortdurend naast of tegen elkaar. Niemand zegt (of kan zeggen) hoe hij zich echt voelt. Eenieder is steeds een beetje aan het liegen - zelfs haar oma die haar steunpilaar is. De onuitgesproken kwetsuren zijn door het hele verhaal voelbaar. De titel (bewust tweemaal 'leugenaar') en de cover onderstrepen al deze emoties bijzonder treffend.

Van de Wijdeven brengt dit verhaal op heldere en onverbloemde wijze met snedige dialogen en in sfeervolle, haast filmische beelden. (Dit boek leent zich trouwens ook uitstekend voor een verfilming als kortfilm.) Hij toont Charlies leven zoals het nu is: pijnlijk, moeilijk, verwarrend en zonder onmiddellijk uitzicht op een happy end. Want de brokken met haar ouders en met Kat vallen niet zomaar te lijmen, ook al zijn er schuchtere stapjes naar verzoening. Van de Wijdeven weet de psychologie van een getormenteerde dertienjarige voortreffelijk te vatten. Al kan men zich wel afvragen of sommige van Charlies mooie gedachten niet veeleer in het hoofd van de volwassen auteur ontstonden. (Zoals: 'Hij zou het vergeten en het niet bewaren in een grote doos waarop 'verwijten' stond geschreven, zoals mijn moeder.') De gesprekken en ruzies zijn zeer realistisch en herkenbaar, in het bijzonder voor volwassenen. Het toont hen duidelijk hoe een echtscheiding best niét moet verlopen en hoe groot hun verantwoordelijkheid is. Wellicht zal het boek volwassenen daarom meer raken dan de jeugdige lezer. Want dit verhaal zindert na, doet stilstaan en nadenken. Men weze dus gewaarschuwd: ‘Leugenaar leugenaar’ voelt als een ferme stomp in de maag.