Dit boek neemt ons mee naar de wondere wereld onder de grond. Niet direct een plaats die we in het echt vlotjes kunnen bekijken. Met mooi uitgewerkte illustraties brengen de makers hier verandering in. En ja, ze zien het groot: want ze bezoeken dieren in alle uithoeken van de wereld. Er worden verschillende leefgebieden besproken. Het ene al eenvoudiger (zoals holen in het bos of in het grasland) dan het andere (Australisch struweel, Canadese toendra …).  In die leefgebieden wonen heel wat dieren. Ze krijgen dan ook de nodige aandacht.

De tekst en de inhoud zijn van een wisselende moeilijkheidsgraad. Daardoor kunnen 6-jarigen maar ook oudere kinderen met dit boek aan de slag. Wat leeshulp is aangeraden, maar de prenten bekijken is sowieso ook al leuk.  Er is veel te zien en de informatieve tekstjes en weetjes zijn beknopt gehouden. Je kiest als lezer wat je al dan niet wilt lezen/weten. Het iets grotere formaat (36cm x 27.5cm) is ideaal.

Na de leefgebieden wordt er wat dieper ingegaan op de aanpassingen van de dieren om onder de grond te kunnen leven. Helemaal achteraan staat dan nog een beknopte woordenlijst en een register.

Een aangenaam informatief boek, waarin vooral de illustraties een meerwaarde bieden voor jonge natuur- en dierenliefhebbers.