Levende bezems
In de eerste helft van de 19e eeuw werden arme Zwitserse boerenjongens in de winter door hun ouders verkocht om in het rijke Milaan schoorstenen te vegen. Dat werk moest door magere jongens gebeuren want ze moesten letterlijk in de soms nog warme schoorstenen kruipen om die te vegen, als echte levende bezems. De opbrengst ging voor het grootste deel naar de man die hen als slaven behandelde. In dit epische verhaal wordt Giorgio gevolgd. Hij is verstandig en verdraagt de onderdrukking minder. Hij sluit zich aan bij de ‘Bond van de Zwartgezichten’ en probeert met andere jongens vrij te komen. Je volgt in dit verhaal de ontbering van de jongens op de tocht naar en in Milaan. Je kruipt mee in de schoorstenen, voelt de hitte en de honger. Je bent verontwaardigd over zoveel mistoestanden, kortom het inlevingsvermogen in dit boek is hoog. Het leent zich ook uitstekend tot voorlezen. Vooraan in het boek is er een biografische nota over Lisa Tetzner opgenomen. Haar leven is een roman op zich. Ze was niet alleen schrijfster maar ook rondreizende vertelster samen met haar man Kurt Held. Door hun verhalen wilden ze mensen bewust maken en combattief en dat bracht hen al snel in aanvaring met Hitler. Kort na 1933 verhuisden ze naar Zwitserland waar Lisa les gaf aan de universiteit van Basel van 1937 tot 1955. Dit is een boek dat een terechte plaats heeft in de rij der klassiekers.