Liam en de monsters

De gevreesde goorhoorn

De dorpsoudsten hebben lang geleden een muur gebouwd rondom het dorp om de dorpelingen te beschermen tegen levensgevaarlijke beesten uit het woud. In het dorp bestaat een ritueel dat elk kind op zijn negende verjaardag een brief krijgt waarin kort vermeld staat wat zijn of haar taak zal zijn voor de volgende twee jaar. Vol spanning opent Liam de brief en geschrokken leest hij “topgeheim”. Zijn opdracht bestaat uit het beschermen van het dorp tegen de dieren uit het woud. Het dorpshoofd brengt hem naar de Wachter in het woud en van hem verneemt hij dat een weggelopen goorhoorn het dorp te dicht nadert. Liam krijgt de opdracht dit monster terug te drijven naar zijn kudde. Hij is overrompeld door de reusachtige kolos en merkt ook dat het dier gekwetst is. De pijn jaagt het dier op tot onstuitbare razernij. Het wordt een helse achtervolging. Uiteindelijk slaagt hij erin om het dier te verdoven en de speer uit zijn romp te verwijderen. Het monster vindt zijn kudde terug en Liam is erg onder de indruk wanneer hij ziet dat de goorhoorn een jonkie is, en dat al die reuze heuvels in het moeras volwassen goorhoorns zijn.

Dit avontuur spreekt wel aan, het is origineel en spannend verteld. Je wordt meegezogen in dit magische verhaal, het speelt zich af in een mystieke sfeer met vreemde dieren en bizarre voorwerpen. Zo krijgt Liam enkele stenen met bijzondere eigenschappen mee die hij kan gebruiken als verdediging tegen het monster. In de lay-out is de geheimzinnige sfeer eveneens goed weergegeven. De randen van de pagina’s zijn met zwarte inkt gekarteld, en de spannende momenten zijn intens weergegeven in expressieve zwart-wit illustraties. De monsters zien er eng uit. Het personage van Liam is mooi en veelzijdig uitgewerkt: hij is gevoelig, ook bang, maar voelt zich verantwoordelijk en neemt zijn taak goed op. Tijdens het avontuur raakt hij bevriend met een soort vreemde wezel die kan vliegen en vuurspuwen. Zijn onbevangen houding met een open nieuwsgierige blik naar het onbekende siert Liam. Hoe de indrukken op hem afkomen en hoe hij deze onbevooroordeeld observeert, zijn gevoelig beschreven. Het grondthema van “bekijk alles met een open blik en zie hoe de dieren zich gedragen” zit in het verhaal subtiel verweven.

Het verhaal leest erg vlot, er is weinig tekst op een bladzijde en de bladstructuur is overzichtelijk. Er zijn regelmatig illustraties die de spannende acties in de verf zetten. De monsters zijn dan ook griezelig en gevaarlijk voorgesteld. Een kleine opmerking van iets dat in het oog springt: alle personages hebben een vreemd ogende blik. Ze hebben allen identieke ogen, ronde witte cirkels met zwart omrand en een zwarte stip in het midden als pupil, net alsof ze staren. 
De beschrijvende vertelstijl komt hier en daar wat stroef over, met een soms vreemde zinsopbouw zoals “Intussen tikte de tijd door”, “Mijn hart miste een slag, maar toen slobberde hij het eten voorzichtig op”.

Dit boek is één spannend avontuur met veel actie en in een origineel fantasierijk kader gegoten. Het krijgt ook een diepmenselijke betekenis in de persoon van Liam. De onbevangen jongen die niet veroordeelt maar waarneemt en moedig met de dieren omgaat, geeft een diepere betekenis aan dit magisch avontuur.