Liefste Esther

Herman Van Campenhout is zo’n schrijver die al jaar en dag ‘stil en ongedwongen’ zijn werk doet. Ondanks 25 jeugdboeken nooit een echt klinkende naam geworden bij het grote publiek. Boeken waarin zijn grote sociale bewogenheid en zijn voorliefde voor geschiedenis sterk tot uiting komen. Twee zaken die ook in ‘Liefste Esther’ weer centraal staan.
Lotte, een jonge schrijfster en haar oma, de Esther uit de titel, hebben een hechte band. Een band die bruusk verbroken wordt bij het plotse overlijden van Esther. En dat net op het moment dat Lotte nog zoveel vragen wou stellen over enkele aan Esther gerichte brieven die ze heeft gevonden. Lotte beslist dan maar zelf om op onderzoek te gaan; ze wil koste wat het kost weten wie de geheimzinnige Kasper Humke is die de brieven schreef. Met de hulp van een jonge dokter zal ze de harde waarheid ontdekken over de in de kiem gesmoorde liefde van Esther en Kasper. Eens te meer wordt bewezen dat oorlog enkel gruwel brengt.
Met dit boek voegt Van Campenhout niet meteen een topper toe aan zijn oeuvre. Echt meeleven doe je niet met Lotte; het lijkt wel alsof de auteur zelf geen vat kreeg op zijn hoofdpersonage. Ze blijft een ietwat vlak personage. Vergeleken met haar zijn Esther en Kasper boeiender personages, maar hun verhaal is in het geheel van teksten over de Tweede Wereldoorlog het zoveelste in de rij. Wanneer er dan nog een te geforceerd happy end aan het boek wordt geplakt, rest er de hardnekkige gedachte dat dit doorsneeboek niet echt iets toevoegt aan de hoeveelheid oorlogsliteratuur die er al is.
Wie pakkende verhalen over de oorlog wil lezen, heeft vele en betere keuzemogelijkheden.