Liegen is leuk

Vijftien gedichten die al liegend ontstaan zijn, maar die je (bijna allemaal) zo graag wil geloven omdat ze zo leuk zijn. Gedichten over het ontstaan van gaten in de kaas of dieren op pensioen die tennissen, boeven die beslissen om op zondagmiddag niet te stelen omdat ze zich ook eens graag zouden vervelen of over een burgemeester in je bad terwijl jij op vakantie bent.  

Liegen als een ode aan de creativiteit, want elk gedicht is een verhaal op zich met zo veel fantasie dat je vaak moet (glim-)lachen. Zeg nu zelf: het beeld van tennissende varkentjes en stokstaarten is om blij van te worden, en het idee dat bergkoeien links twee kleine en rechts twee grote poten hebben om perfect tegen een bergkant te kunnen staan en hun loeien klinkt als jodelaboehoe zorgt toch voor een lach op je gezicht. Andere gedichten gaan niet iedereen zo tof vinden want als je als kind veel fantasie hebt en hoort dat de tandartsboor je tanden vermoordt zou ik ook niet meer op mijn gemak zijn ('Het geluid dat je hoort, komt niet van de boor. Het zijn je tanden die 'neeeeeeeee' gillen en als het gaatje is geboord verdwijnt ook meteen die vreselijke gil want er is net een tand vermoord en de andere andere tanden zijn droevig en stil') of dat de burgemeester je huis binnendringt wanneer je op vakantie bent, zal iemand die niet graag van huis is misschien toch nog meer vragen stellen. Net omdat ze over een heel realistische gebeurtenis gaan die in het echte leven niet altijd even positief bevonden worden, is het jammer dat net die gedichten met een bizar kantje worden geschreven in plaats van er een hilarisch en tegelijkertijd geruststellend verhaal van te maken. Op het einde wordt het zelfs letterlijk zo geschreven: 'liegen is alleen maar leuk als je iemand iets grappigs doet geloven'. Maar je tanden die het uitschreeuwen omdat ze vermoord worden klinkt voor mij niet zo leuk, moet ik bekennen. Toch blijven de grappige gedichten zeker in de meerderheid.

De illustraties zijn zeer kleurrijk, elk dubbelblad heeft zijn eigen felle tint en staat volledig vol getekend. Dat geeft vaak een onoverzichtelijk beeld waardoor het zelf lezen van de gedichten, zeker voor jonge lezers, niet vanzelfsprekend is en het boek dus uitnodigt om voorgelezen te worden.