Louize is een pienter klein meisje dat in Grootstad woont. Haar beste vriend is Meneer Norbert, een harig Noors moerasmonster. Als haar ouders weer op wereldreis zijn om hun bizarre verzamelingen uit te breiden let meneer Norbert op haar. Op een dag ontmoet Louize Cécile Hoogendorp-Fortuyn III en haar Patagonische pony Mummel. Cécile gedraagt zich wat hautain maar Louize wil heel graag haar vriendin zijn. Dat maakt meneer Norbert nogal ongelukkig. Hij heeft echt het gevoel dat hij aan de kant geschoven wordt. Cécile gaat naar school en dat wil Louize ook. Samen gaan ze naar de Alida B. Sevenaarschool voor Anders Begaafden. Louize maakt eindelijk kennis met het echte leven: stilzitten, opletten, giechelen als een meisje en alles wat er bij hoort. Haar klasgenoten hebben allemaal specifieke gaven: bordjes draaien, zweefbloemschikken, gordijnorigami, koetscroquet, enz. Louize ontdekt haar gave pas als ze hoort van het schoolspook. Als iedereen bang is, gaat Louize samen met meneer Norbert op onderzoek uit. Eerder verschenen er nog verhalen over Louize. Elk deel is gemakkelijk afzonderlijk te lezen. Het boek houdt het midden tussen een leesboek en een stripverhaal. Grote zwart-witte illustraties met blauwe accenten domineren het boek. De tekenstijl heeft iets ouderwets. Er zijn veel details in de tekeningen verwerkt, wat het voor veel kinderen heel leuk maakt. Dit boek zal vooral kinderen aanspreken die niet zo vlug naar een boek grijpen. De tekst is minimaal en bijkomstig en toch wordt er een vlot verhaal opgebouwd. Jammer is wel dat je al vlug doorhebt wie het schoolspook is. Hier laat de auteur toch een kans liggen. Wie het boek vastneemt en het eens bekijkt, zal voor hij het weet al enkele bladzijden gelezen hebben en dan is het moeilijk om te stoppen. Je wordt al vlug geboeid door Louize, haar gekke ouders en haar leefwereld. Achter in het boek zitten enkele stickervellen met daarop de onderscheidingen van de Alida B. Sevenaarschool.