Maanziek

De Krantenslang wekt de Vogelnootjes. Iedereen wil slapen maar kan dat niet, omdat de Maan zoek is. De Krantenslang zegt dat het Maanlied iedereen geneest die er naar luistert, dus gaan ze samen op weg om de Maan te zoeken. De Kapitein, juffrouw Theekop, vrouwtje Ondersteboven, de IJstaartenman, de Zonneleeuw, de Torenmeisjes, de Bellenprinses en de Sneeuwganzen wijzen hen om beurten de weg. De Vogelnootjes bedanken hen telkens met een lied. Terwijl de Torenmeisjes een liefdeslied zingen voor Zon en Maan nemen de twee geliefden afscheid van elkaar zodat de Zon kan gaan slapen en de Maan haar werk kan gaan doen. De maan is verliefd op de zon en verstoort door zijn afwezigheid de natuur. De personages in dit boek hebben door hun dubbelzinnige namen ook een dubbele taak. Zo zijn de Vogelnootjes vogels met veel noten op hun zang; ze zingen een bedankliedje voor iedereen die hen helpt de maan terug te vinden. Het taalgebruik is waarschijnlijk erg poëtisch en ritmisch bedoeld maar lijkt mij soms erg vergezocht. De niet vanzelfsprekende woordkeuze maakt dit boek dan ook niet erg toegankelijk, al zorgen de sfeervolle, geschilderde illustraties voor meer duidelijkheid.