Mama is geen appelboom

De negenjarige tweeling Lowie en Loewieze mag alleen thuisblijven omdat mama in de file staat en papa moet vertrekken naar z’n werk. Ze profiteren hiervan om een ritje te maken op hun nieuwe ezel maar dat lukt hen niet. Omdat mama langer wegblijft dan gepland, vertrekken ze naar oma Ella. Onderweg stoppen ze in het park waar ze een nieuw speeltuig zien staan. Hun vriendje Lander komt er ook aan. Hij vertouwt Loewieze een geheim toe. Zowel hij als de tweeling zijn vitrinekinderen. Loewieze wil niet toegeven dat ze er niets van begrijpt. Ze vraagt aan oma wat dat zijn, vitrinekinderen. Oma legt het hen allemaal uit. Lander bedoelt dat ze door in vitro fertilisatie verwekt zijn. De zaadjes van papa geraakten nooit op tijd bij het rijpe eitje in mama’s buik en daardoor kon mama geen baby krijgen. Daarom gingen ze langs bij de dokter. De tweeling heeft bij het begin gewoon een ommetje gemaakt. Die nacht moet de tweeling weer alleen thuisblijven. Mama heeft plots hevige buikpijn en moet naar het ziekenhuis. Plots is alleen blijven helemaal niet meer zo leuk. Loewieze heeft zo al een vermoeden dat er meer aan de hand is en denkt dat mama en papa een baby mee naar huis zullen brengen. En ja hoor, wanneer ze thuiskomen vertelt mama hen het blije nieuws. Als alles goed gaat, krijgen ze er nog een broertje of zusje bij. Door middel van een eenvoudig -soms wat al te uitgesponnen- verhaal wordt er uitgelegd wat in vitro fertilisatie betekent. Op het niveau van een achtjarige wordt dit heel duidelijk beschreven. Kinderen van acht zijn hierin waarschijnlijk weinig geïnteresseerd tenzij ze er zelf mee te maken hebben. Als je als ouder hierover uitleg wilt geven, kan dit boek een mooie hulp zijn. De karakters van de tweeling Loewie en Loewiese worden uitgebreid getekend. Ze lijken helemaal niet op elkaar. Loewie is nogal verlegen; Loewieze doet zich stoerder voor dan ze is. Het boek is vlot geschreven op niveau van een achtjarige. Het lettertype is redelijk groot, wat het gemakkelijk leesbaar maakt.