Mama, kom terug!
Wanneer Johnny’s moeder ontdekt dat haar echte vader niet die man in een Gronings verzorgingstehuis is, maar een Hongaarse communist, stort ze zich in een zoektocht naar hem. Intussen proberen haar man en twee zoons zich in Nederland te beredderen. Johnny doet boodschappen, neemt stiekem een poes, en leert mailen met zijn moeder. Tot zijn tante Hils voor de deur staat en besluit dat het genoeg geweest is. Met haar en zijn vriend rijdt Johnny naar Hongarije, waar hij niet alleen zijn moeder terugvindt, maar ook diens vader! Waar het boek nog een zekere geloofwaardigheid heeft in het begin, loopt dit helemaal uit de hand wanneer Johnny in Hongarije aankomt. Hoewel zijn moeder al weken zoekt, heeft Johnny geen dag nodig om in een wildvreemde voorbijganger haar vader te ontdekken. En zo wordt de kern van het verhaal in een dikke twintig bladzijden afgewerkt. Wat tot dan toe een aardig verhaal leek, met geloofwaardige personages, wordt hierdoor onderuit gehaald. Ook storend is het rare taaltje dat gehanteerd wordt, in ieder geval voor Vlaamse kinderen.