Mama Lucinda
Een beetje vampier
Ze zijn met velen: de mama’s. Treurende mama’s en mama’s die grappen. Trage mama’s en mama’s die rappen (...) Toch is er maar één die elke avond een wat vreemd aperitief neemt: drie glaasjes bloed ... en een pinda. Ze woont in Villa Knekelbont met haar lief klein meisje .Die is zo lief dat ze er wel in zou kunnen bijten. Af en toe komt er een vriendje spelen. Soms gaat die na afloop terug naar huis en komt nooit weer, soms verdwijnt er eentje tijdens het spel. Meestal smaakt de soep die avond lekkerder dan anders … Mama Lucinda is een griezelboek dat veel om het lijf heeft. Op elke bladzijde schuilt een belofte. Je wil meer zien, meer lezen. Soms wordt die belofte ingelost, maar meestal blijf je wat op je honger zitten. Het is in elk geval een prentenboek waar hard aan gewerkt is. De stukken die het reilen en zeilen van mama Lucinda en haar huishouden beschrijven, zijn goed gedoseerd en bij wijlen zelfs spitant geschreven. De delen waar de auteur aan het vergelijken gaat met de ‘gewone mama’s’, daar loopt het mis. Die stukken zijn saai en vertragen het boek. Hoewel het verhaal voor een deel ophangt aan die vergelijkingen, voelen ze overbodig aan. Hoe gewone mama’s en gewone kinderen leven, dat weten we allemaal. Het einde van het verhaal baadt wat in een erotische sfeer. Dat klopt niet echt met het beeld van het kleine meisje. Vormelijk is het geheel dezelfde kant opgegaan. De meeste prenten ademen de artistieke sfeer van een linosnede. Maar ook hier is het net als bij de tekst een beetje van het goede teveel. Bovendien is de stijl wisselend. De kleuren zijn krachtig en weten echt te boeien. Het sfeerbeeld dat wordt gecreëerd hangt tussen modernistisch en jaren zestig. En toch, met al die ingrediënten wordt dit nergens een meesterwerk. Inhoudelijk omdat er teveel aanbod is en het ritme stagneert, beeldend omdat, ondanks de uitgekiende composities, de vorm zwak is. Veerle Baetens leende haar stem om het verhaal op cd in te lezen en te zingen. Ook hier vind je zoveel talent op een hoopje dat het luisteren soms een opgave wordt. In het begin komt, ondanks het mooie taalritme,de cd moeizaam op gang. Dit komt omdat de muzikale ondersteuning erg mat klinkt. Het is op dat moment vooral een letterlijke vertaling van het boek. Gaandeweg weten de muzikanten meer kleur te brengen. De sfeer wordt dieper en ook Baetens weet die schwung goed te benutten. Jazzy elementen worden afgewisseld met Latijns-Amerikaanse ritmes. Ergens halverwege de cd, krijg je meer achtergrondinformatie. Zo krijgt de butler een stem en hoor je de verschillende minnaars die komen solliciteren. Dit is echt leuk gedaan. Grappige woordspelingen als: ”kom toch binnen, ik maak je blij met een heel klein beetje van mij”, zijn bijzonder pittig .Verder zijn er vage verwijzingen naar Blauwbaard en kan je flarden van gekende melodieën herkennen. Dit boek verdiende een krachtige regisseur. Met meer schrappen en schaven had dit een meesterwerkje kunnen zijn. Al kan je dit ook zien als een springplank naar beter.