Maysa & Musa en het koekjesmysterie
Maysa en Musa zijn een onafscheidelijke tienjarige tweeling, maar zouden niet meer van elkaar kunnen verschillen. Waar Musa ingetogen, geduldig en verzoenend is, is zijn zus impulsief en kort van lont. Gewapend met een levendige verbeelding – die ze wel delen – gaan de twee vastberaden op zoek naar de ‘koekjesbouwwerkenmoordenaar’. Die vernielde om onverklaarbare redenen de verzameling koekjesbouwsels die de kinderen uit de madrassagroep van hun moskee maakten voor een goed doel tijdens de ramadan. Broer en zus worden in hun zoektocht bijgestaan door buurjongen en vriend Norman en hun meelevende ouders. Als een volwaardig detectivebureau pluizen ze de zaak tot op het bot uit, wat wordt bemoeilijkt door Maysa’s schuldgevoel om een leugen die een eigen leven begint te leiden.
Het verhaal wordt door hoofdpersonage Maysa verteld, in de ik-vorm en in de tegenwoordige tijd. Het kostte me wat tijd om te wennen aan een vertelvorm die in combinatie met een meestal erg eenvoudige zinsstructuur als een opstel leest. Toch pakte het verhaal van Maysa me snel in. Met een groot gevoel voor humor en een onstuimige binnenwereld neemt ze de lezer mee in een eenvoudig maar fris én knotsgek verhaal. Maysa en haar broer verzinnen graag zelf woorden en uitdrukkingen zoals ‘een tweeling dadingetje’, ‘slimmig’ en ‘hete bananen!’. Ze lijken elkaar te begrijpen zonder veel woorden: ‘tweeling-spion-intuïtie’. De warmte en verbondenheid in het gezin van de tweeling geven een inkijkje in de sfeer en rituelen tijdens de ramadanperiode, die ook buurjongen Norman nieuwsgierig maken. Dat zorgt voor hilarische taferelen in een geslaagd detectiveverhaal voor jonge kinderen. Illustratrice Kyan Cheng zorgde voor eenvoudige en ondersteunende tekeningen, die het boek in combinatie met een rustige bladspiegel ook voor jongere lezers toegankelijk maken.