In dit leuke dubbelboekje maken we (letterlijk) aan de ene kant kennis met Meneer Jaspers en aan de andere kant met Mevrouw de Wit. Het ene verhaal lees je tot in het midden van het boek, dan draai je het boek om en begint het andere verhaal. De verhalen zijn helemaal analoog: beide personages zijn wanhopig op zoek naar het geluk. Ze zoeken op de meest bizarre plaatsen maar het lijkt vrij uitzichtloos te zijn. Beiden laten ze zich misleiden, hebben ze te veel vertrouwen in nogal doorzichtige beloftes en worden ze ontgoocheld. Maar net als ze dreigen verbitterd te raken door zoveel tegenslag komen ze elkaar toevallig tegen. Dit originele dubbelboek is niet zozeer voor jonge kleuters, het is nogal dubbelzinnig opgesteld. De personages zijn erg goedgelovig, beïnvloedbaar en kinderlijk naïef. De tekst is vrij eenvoudig, met korte krachtige zinnen. De illustraties zijn gevarieerd: kleur en zwart-wit volgen elkaar vlotjes op.