Michiel van de Hazelhoeve

'Michiel van de Hazelhoeve' is een kanjer van een verhalenbundel met het vijfjarige jongetje Michiel in de hoofdrol. Het is een omnibus van de boeken 'Michiel zet alles op z’n kop', 'Michiel laat de poppetjes dansen' en 'Michiel zet z’n beste beentje voor'. Het boek werd opnieuw uitgegeven aan een zacht feestprijsje vanwege de geboorte van Astrid Lindgren 100 jaar geleden. Michiel is een vrolijk kereltje, alleraardigst vindt zijn moeder, maar de mensen in het dorp zijn hem liever kwijt dan rijk. En dat is niet zonder reden, want Michiel haalt heel wat streken uit en zet bijna dagelijks niet alleen de Hazelhoeve, maar zowat heel Bovenbergen en omstreken op zijn kop. Gelukkig zijn zijn streken niet kwaadaardig bedoeld. Ze spruiten voort uit een onbevangen, kinderlijke geest, die openstaat voor nieuwe dingen, ontdekkingen en uitdagingen. Zijn eigenzinnige karakter en zin voor avontuur brengen hem vaak in de problemen. Gelukkig blijft zijn moeder in hem geloven; zij neemt nota van zijn streken, hele schriftjes vol. Alfred, de knecht, is dol op Michiel, in tegenstelling tot het koemeisje, Lina. Michiels kleine zusje Ida kijkt naar hem op, want dankzij Michiel beleeft ook zij dolle avonturen. Michiel brengt heel wat tijd door in het timmerschuurtje waar zijn vader hem opsluit als straf en waar hij houten poppetjes snijdt; hij heeft al een hele verzameling. Hoewel het stramien van de opeenvolgende verhalen steeds hetzelfde is, gaat het boek toch niet vervelen. Michiel is onwaarschijnlijk creatief en inventief in het bedenken van manieren om zichzelf (en meteen ook de lezer) bezig te houden. Als lezer heb je meteen sympathie voor het opgewekte mannetje dat zich behoorlijk uit de slag weet te slaan. Het is werkelijk hilarisch hoe hij bij voorbeeld langzaam maar zeker zijn eigen mini-boerderij met paard, koe, kip en varken weet te verwerven en een aardig potje spaarcenten verzamelt. De schrijfster spreekt de lezer af en toe aan, geeft uitleg bij de locatie en de tijdsgeest, waaruit blijkt dat het leven niet altijd even gemakkelijk was: er moest hard gewerkt worden, sommige mensen moesten met weinig rondkomen en konden zich niet al te veel tegenslagen permitteren. Door bepaalde nuances in de tekst en het leggen van klemtonen wordt de lezer in zijn of haar oordeel beïnvloed zonder dat er een zedenpreek aan te pas komt. Ondanks de vreemde setting zal elk kind zich gemakkelijk in Michiels avonturen kunnen inleven, terwijl volwassenen beslist een steek van heimwee zullen krijgen naar vervlogen tijden. Het taalgebruik is eenvoudig en de verhalen hebben een heldere opbouw. Grappige zwart-witillustraties van Philip Hopman luisteren de bladzijden op en maken het boek werkelijk tot een lust om (voor) te lezen.