Mijn oma is een ooievaar
Dit prentenboek buigt zich op een erg fantasierijke manier over de vraag: op wie gelijk ik? Via reuzegrote grappige illustraties wordt de kleuter duidelijk gemaakt hoe, in een familie, iedereen een deeltje erft van elkaar. Op de expressieve en kleurrijke kijkplaten kijk je eerst naar oma ooievaar, daarna naar opa krokodil en dan volgt de papa met het hoofd van een ooievaar en het lijf van een krokodil. Dezelfde speelse stijl wordt doorgetrokken in het woordgebruik, bv. "Mijn papa is een krokovaar". Ook de achtergronden zijn het bekijken waard. Terwijl oma ooievaar in de lucht vertoeft, is de achtergrond bij papa krokovaar de diepzee met een weelde aan onderwaterdieren. De kleuter beleeft zo de verschillende werelden: de lucht, de oceaan, de aarde, het oerwoud, waarin telkens veel te ontdekken valt.
De jonge kijker krijgt een idee van de familiestamboom, van grootouders tot kleinkind. Eenvoudig voorgesteld, maar ook helder uitgelegd. Niet alleen lijk je uiterlijk op elkaar maar je erft ook talenten. Mama heeft het kunstenaarstalent meegekregen van opa tijger uit het oerwoud. Ze schildert allerlei vlinders en insecten.
Helemaal op het einde is de 'ik' te zien en die heeft van iedereen wat meegekregen. 'Ik' kan in alle werelden vertoeven want: “Ik ben familie van allemaal”. Dit is het besluit van dit bijzondere verhaal.