Mijn wonderlijke oom

De oom van Gerard woont in een oud huis midden in een dorp. Wanneer de ouders van Gerard op stap gaan, past hij op Gerard en Dali de hond in het mooie maar kille huis, waar weinig mag gespeeld worden en geen kattenkwaad mag uitgehaald worden. En als je weet dat de oom van Gerard ooit dierentemmer was in een circus, dan weet je wat er allemaal kan gebeuren. Het wordt het logeerpartijtje waar Gerard altijd van gedroomd heeft: alles mag en alles kan.  Oom zijn fantasie is grenzeloos, hij neemt een loopje met de werkelijkheid en het ganse dorp geniet mee... Hij gaat bijvoorbeeld het gevecht aan met een tuinslang die in zijn verbeelding een echte slang is. Ze verliezen zich in hun spel zodat alles op zijn kop begint te staan en Gerard met volle teugen geniet van zijn rare oom. Yvonne Jagtenberg brengt in dit boek een ode aan de rijke en subtiele fantasie van Jacques Tati met zijn wondermooie film 'Mon Oncle' (uitgebracht in 1958). Het boek brengt op deze manier het werk van Tati onder de aandacht van een jong publiek. De illustraties zijn navenant mooi en zoals in de film lachwekkend. En de rare oom met zijn pijp lijkt wonderwel op Jacques Tati. Een mooi eerbetoon aan de filmmaker.