Miko is boos!

Miko moet aldoor karweitjes opknappen voor mama, maar hij heeft er schoon genoeg van. Hij speelt liever. Daarom pakt hij zijn spullen en gaat samen met Miniko, zijn knuffel, op zoek naar een nieuw huis. Waar zullen ze dat vinden? Is de schuur goed genoeg? Het ritselt en kraakt er wel heel eng. Gelukkig komt mama nog een kijkje nemen. Of Miko nog een stukje taart wil? Het bordje moet Miko maar later op de avond terugbrengen. En Miko doet braafjes wat mama hem vroeg … In ‘Miko is boos’ krijgen jonge kleutertjes een eenvoudig verhaal verteld over een muis die boos is op mama. Vastberaden trekt hij daarom weg bij mama, maar hij weet op het einde van het verhaal al lang niet meer waarom hij zo boos was en keert daarom graag terug. Bij mama is het immers veel gezelliger dan in die enge schuur. Gelukkig maar, kleuters mogen boos zijn, durven hun willetje te laten zien, maar weglopen is wel heel ondernemend. Toch schuilt er iets van herkenbaarheid in het verhaal. Overvragen wij niet al te makkelijk en te vaak onze kinderen? Eisen we, in al onze drukte, niet teveel tegelijk? Het blijft overigens een lauw verhaal, weinig vernieuwend, idem dito voor de illustraties. Het kleurgebruik is niet altijd waarheidsgetrouw en Miniko houdt het midden tussen een kleine hond en een beer.