Zilvers vader is miljonair. Om zijn gezin te beschermen heeft hij een kunstmatig eiland gecreëerd te midden van de oceaan, volledig onvindbaar voor mogelijke kidnappers. Het eiland is voorzien van alle mogelijke technische realisaties. Tijdens hun verkenningstocht vallen Zilver en zijn vriend Lennon van de ene verbazing in de andere. Naast de ongelooflijk knappe beveiligingssystemen, is het hele eiland voorzien van de leukste attracties zoals een wildwaterbaan, onderzeebootjes in de vorm van dolfijnen ... Zilver en Lennon beleven reuzeveel pret wanneer ze daarin op zee ravotten met een school dolfijnen. Er is zelfs een vulkaan die een ongelooflijk vuurwerk uitspuwt bij hun strandfeest van oud naar nieuw. Alle beschermingssystemen worden perfect opgevolgd door hun bodyguard en een intelligente robot. Het vredige leven op het eiland krijgt plots een andere wending wanneer een jacht in de buurt schipbreuk lijdt. Ze redden de bemanning van de verdrinkingsdood en komen terecht in een hels avontuur vol intrige en spanning met een verrassende ontknoping.

In het eerste deel van het boek wordt de lezer overspoeld door alle mogelijke technische hoogstandjes. Alles is supergeniaal ontworpen, functioneert op en top en is gericht op een onvergetelijk verblijf, met in de grot gezellige interieurs en fantastische avontuurlijke attracties in het oerwoud. Zilver ergert zich dat ook hier de oceaan vergeven is van plastiek. Hij ontwerpt een machine die de plastieksoep verzamelt en verwerkt. In dit spannend avontuur gaat de lezer ook kritisch nadenken over de vervuiling van de oceanen en maakt kennis met actieve milieuactivisten.

Dit boek bevat alle ingrediënten voor een spannende thriller: het is goed geschreven, geestige karaktertypering van de personages, het verhaal is avontuurlijk en ook grappige scenes zitten erin verwerkt. Er is een mooi evenwicht tussen enerzijds het avontuur en het plezier van de jongens en anderzijds de kritische kijk van jongeren op de pollutie en welvaart.