Een zestienjarige jongen wordt op een nacht door een geheimzinnige kracht naar buiten getrokken. Dwalend door de dichte mist komt hij op de speelplaats van zijn vroegere school terecht. Hij wordt er opnieuw een jongetje van zeven, dat door zijn vader wordt verlaten. Dit verlies knaagt vandaag duidelijk nog: “Misschien een ongeluk. Misschien wilde hij niet meer bij me zijn. Misschien wilde hij niet meer.” (p. 11). Even heeft hij er het gevoel weer verenigd te zijn met zijn vader, maar deze verdwijnt tegelijk met de mist. Was het een droom? Een vreemd en deprimerend verhaal met een angstaanjagend einde. Moeilijk te vatten ook voor kinderen. Zeker niet voor de leeftijdscategorie die men normaal bij een prentenboek verwacht. De uitgeverij beveelt aan: “11+, voor alle leeftijden”. En dan nog. Misschien voor een uitgesproken poëtische ziel, met een hoge emotionele intelligentie, en een rijke fantasie. De illustraties zijn even beklemmend als de tekst, wel bijzonder knap in gebruik van technieken, kleuren, standpunten, kadrering.