De grote meerwaarde van dit ontroerende en herkenbare prentenboek is het feit dat het zonder woorden een hele spannende gebeurtenis uit het leven van een peuter en zijn knuffel vertelt. Je kan de peuter de naam van je kind geven. Hij mag met mama mee op de fiets maar neemt zijn knuffelaapje Monkie mee. Op de terugweg begint het te regenen. Monkie valt van de fiets. De peuter is ontroostbaar. Samen met mama gaat hij zoeken in de regen. Ondertussen is Monkie geadopteerd door een muizenfamilie, vervolgens komt hij bij egels terecht. Maar een ekster pakt hem weg. In het nest wordt hij allesbehalve zacht behandeld, hij verliest een oog. Monkie valt uit het nest van de ekster recht het water in en daar wacht hem een snoek maar een visser kan hem nog net op tijd redden. Zwaar gehavend komt hij in het huis van de visser, die speelgoedhersteller van beroep is. Monkie wordt weer zo goed als nieuw gemaakt en in de etalage gezet. Groot is de vreugde van de peuter als hij zijn Monkie terugvindt. Omdat het verhaal van de prenten moet gelezen worden is het kleine formaat (16 x 13) hier misschien een handicap.