Monsters van het bloed

Ridder Lars en ridder Lara, broer en zus, wonen in het kasteel van koningin MaMa. Ze doodden reeds duizenden draken en nu vechten ze tegen de monsters van het bloed. De monsters zijn met vele. Overdag houden ze zich koest, maar ’s nachts zwermen ze uit. Ze zijn voor niets of niemand bang, prikken iedereen met hun zwaard en zuigen bloed. Zelfs ridder Lars kan hen niet verslaan, want de monsters houden ontzettend van zijn warm en zoet ridderbloed. Gelukkig weet koningin MaMa dat oud en wit ridderbloed deze monsters kan tegenhouden … In korte hoofdstukjes, telkens één pagina lang, en eenvoudige bewoordingen vertelt Frank Geleyn hoe twee kinderen het opnemen tegen hinderlijke muggen die ’s nachts toeslaan. Hij plaatst hun belevingen in een ridderwereld, waar moed en listigheid nodig zijn om vijanden te verslaan. De list komt van mama die graag meegaat in de fantasie van haar kinderen: ze verstopt muggenmelk in de kelder en vertelt de kinderen dat het oud en wit ridderbloed is waar de monsters niet tegen kunnen. Je vraagt je als volwassen lezer af of het niet vergezocht is om een ridderwereld op te roepen als het om hinderlijke muggen gaat. Een naïef lezertje zal meerdere pagina’s nodig hebben om tot dit besef te komen, al neem je (steeds meer) alerte kinderen niet zomaar in het ootje. Het verhaal kent een enigszins leuk einde: de list van mama werkte, maar nu staat mama vol jeukende bulten. De voorstelling van de muggen als monsters van het bloed is ook best grappig, de overige illustraties zijn echter weinig vernieuwend.