Mus & kapitein Kwaadbaard

en de laatste sirene

Met een dubbel gevoel begon ik dit boek te lezen. Aan de ene kant keek ik als absolute fan uit naar de avonturen die Mus weer ging beleven. Aan de andere kant wist ik dat dit het laatste deel van de reeks zou zijn.  Het laatste sprankeltje hoop verdween toen ik op de laatste bladzijde onherroepelijk “einde” zag staan. Ik zou dus genieten van het meer dan 300 bladzijden tellende laatste deel.
Om onmiddellijk weer in het verhaal te zitten, herlas ik nog snel mijn samenvattingen van de vorige delen. Doordat er zoveel personages zijn en er zoveel gebeurt, is dat geen overbodige luxe.

110 korte hoofdstukken waarin Hassing er weer in slaagt veel actie te verwerken. Een lach en een traan zijn nooit ver weg. Maar vooral de wil om verder te lezen is opvallend. De korte hoofdstukken van maximum vier bladzijden werken verslavend. Eén extra hoofdstukje is immers snel (voor)gelezen, en nog één en nog één … Meer dan de andere delen wordt dit één grote in elkaar vallende puzzel. Alles wordt duidelijk afgerond. Toch is er zeker nog de mogelijkheid om Mus te laten groeien en terug te laten keren in een vervolgreeks. Van mij mag het alvast –of hoop ik gewoon te veel?

Mus, Kwaadbaard, de Buffel, Kareltje en co zijn onderweg op zee. De ene noemt het vluchten, de andere spreekt liever over overleven. De sirene, die aanvankelijk hun dood zou kunnen betekenen, blijkt een trouwe bondgenoot te worden. Het eiland Scala en de (bekende) bewoners worden de redding van de bemanning van “de Wreker”. Het grootste doel is het verslaan van de Nachtschade. Dat dat geen sinecure zal worden, voel je duidelijk aan. De vriendschap die er heerst is hartverwarmend. Zonder veel te willen verklappen wordt er ook op een prachtige manier afscheid genomen. Knap hoe een verdrietige situatie zo mooi beschreven wordt en vooral de tijd krijgt die het verdient.

De verhaallijnen zijn ondanks de veelheid aan personages makkelijk te volgen. Het tempo ligt hoog en er gebeurt heel veel. Dat de vijf boeken samen maar één jaar beslaan is misschien wat onrealistisch, maar wat maakt het uit? De taal is eenvoudig, maar rijk. Leuk ook hoe figuurlijk gebruikte taal in het verhaal als een soort grapje uitgelegd wordt. Nieuw in dit deel is dat er een aantal hoofdstukken beschreven worden vanuit Mus en een aantal vanuit Kwaadbaard. Ze worden afgewisseld omdat ze op dat moment niet samen op de boot zitten. Zo worden twee grote verhaallijnen door elkaar verteld. Een leuke nieuwigheid.

Een vijftal grote illustraties van Faas fleuren het geheel op. Ze geven de sfeer mooi weer en verklappen niet teveel. Bij het begin van elk hoofdstuk is er een kleine illustratie getekend. Een verwijzing naar het leven op het eiland Scala.

De laatste sirene werd een prachtig slotstuk van de reeks. Niet dat dit boek beter is dan de andere vier, maar ik geef graag 5 sterren om de hele reeks te belonen. Om dit boek te kunnen lezen, moet je sowieso de eerste vier delen verslonden hebben. Als één reeks dit verdient, is het deze wel!

Moet ik nog zeggen dat dit een aanrader is?