Nachten vol angstaanjagende schoonheid
Gruwelverhalen van Edgar Allan Poe
'Nachten vol angstaanjagende schoonheid' is het resultaat van een alweer geslaagde samenwerking tussen auteur Ed Franck en illustrator Carll Cneut. Ed Franck legt zich toe op bewerkingen vanuit de wereldliteratuur en Carll Cneut weet de sfeer in deze werken telkens treffend in beelden te vatten. Reeds eerder verschenen een verzameling beroemde liefdesverhalen in 'Hou van mij', vier tragedies van Shakespeare in 'Te veel verdriet voor één hart' en een selectie van Boccacio’s 'Decamerone' in 'Verboden liefdes'. In deze nieuwe publicatie worden de gruwelverhalen van Edgar Allan Poe opgefrist voor een modern publiek.
Franck legde zich al eerder toe op het werk van Poe met 'De put en de slinger' dat in 1997 bij Altiora Averbode verscheen. Naast het titelverhaal bevat deze bundel nog negen andere griezelverhalen. In 'Nachten …' worden deze tien verhalen opnieuw opgenomen en aangevuld met zes nieuwe bewerkingen. Klassiekers als 'De ondergang van het geslacht Usher', 'De put en de slinger' en 'Het vat amontillado' ontbreken uiteraard niet bij de gemaakte selectie. Zoals steeds benadert auteur Ed Franck de originele versie met groot respect. Bij de bewerking van Poe’s werk hebben Francks wijzigingen vooral te maken met syntactische vereenvoudigingen, versobering van de woordenschat, aanpassingen in stroeve dialogen en het bekorten van langdradige passages (zie de toelichting op p. 166-167).
Franck slaagt erin om het beklemmende van Poe’s kortverhalen overtuigend over te brengen. In de meeste verhalen is het hoofdpersonage een ik-verteller die zijn obsessies en zijn toenemende angsten verwoordt. Op deze manier wordt de lezer moeiteloos overtuigd van de echtheid van de bizarre situaties en ervaart hij het groeiende onbehagen, dat zo kenmerkend is voor deze verhalen, als het ware van binnenuit.
De huiver die uit het hele boek spreekt, heeft niet alleen met de verhalen zelf te maken, maar evenveel met lay-out en illustraties. Er werd gekozen voor mat papier en het kleurenpalet bleef beperkt tot koude, donkere kleuren. Zwart en blauwtinten domineren en lijken door het gebuik van het matte papier diepte te krijgen. Vanuit de schaduwen duiken bleke skeletten en schimmen op, die met dode blikken in het niets staren. De vele paginagrote prenten zijn stuk voor stuk lugubere kunstwerkjes. Inhoud en vorm vullen elkaar dus uitstekend aan.
Net als de andere delen uit deze reeks is 'Nachten vol angstaanjagende schoonheid' een waardevolle aanwinst voor de boekenkast.