Noem je dat een sport?
Een boek over sport zou over voetbal, tennis of wielrennen kunnen gaan. Niet in dit boekje... Hier maak je kennis met krekelspuwen, mobielwerpen, extreem strijken en nog van die knotsgekke dingen. Ook dat zijn sporten. Er wordt heel wat informatie gegeven: geschiedenis, vals spelen, trainingen, kampioenen, enz. Om de lading aan informatie wat luchtiger te maken krijg je grappige illustraties, leuke weetjes, opdrachten, schrijfoefeningen, tekenopdrachten en puzzels er bij. Dat maakt van het boekje een leesdoeboek. Alles sluit naadloos aan bij de inhoud van het boek, dus je blijft netjes binnen het thema. Zwijsen hoopt hiermee de leesvaardigheid van dyslectische kinderen te vergroten en de leesmotivatie te verhogen. De tekst is uiteraard aangepast aan dyslectische kinderen: eenvoudig taalgebruik, extra aandacht aan moeilijke woorden, speciaal ontwikkeld lettertype, korte en toegankelijke teksten en kleurenillustraties die het verhaal en de activiteiten ondersteunen. Nadeel van dit boekje is wel dat er in geschreven wordt. Je kan het dus niet in de klasbibliotheek zetten of doorgeven. Het is een doeboek waar kinderen individueel mee aan de slag gaan. Achteraan het boek vind je alle oplossingen van de opdrachten.