Noortje gaat samen met haar pop Bibi naar de dierentuin. Doorheen het verhaaltje ontmoet ze een achttal diersoorten, waarover kort iets verteld wordt. Daarna is het tijd om naar huis te gaan.
Meer gebeurt er niet in dit boekje, maar dat hoeft ook niet in een reeks die zich richt naar jonge peuters. Er is geen overdaad, waardoor het boek een zekere rust uitstraalt. Beetje bizar is wel dat de verhoudingen van de dieren tegenover Noortje niet echt lijken te kloppen. Zo zijn de zeeleeuwen wel bijzonder klein uitgevallen, al heeft dat misschien ook wel iets te maken met het vrij groot uitgevallen hoofd van Noortje.
Uiteraard valt op dat de tekeningen nergens sprankelend of vernieuwend zijn, maar dat is ook niet waar dit soort boek op mikt. Herkenbaarheid staat centraal en daarmee bereikt dit overigens goed vormgegeven boek voor kleine handjes zijn doel.
Leuk dus voor peutertjes die een dierentuinbezoek beleefd hebben of op de agenda hebben staan. Het moet soms niet meer dan dat zijn.