O Pinokkio

naar Carlo Collodi

Carll Cneut kan een magische wereld tevoorschijn toveren, hij trekt onze aandacht met beelden die op ons netvlies in elkaar overvloeien. Met enkele lijntjes tekst trekt Imme Dros de figuren op de voorgrond. In korte, krachtige zinnetjes komt de naïeve, ongehoorzame en ondeugende Pinokkio tot leven.
Samen scheppen ze een meesterwerk. Hij zorgt voor de bijzondere sferen, zo is het geen gewone circustent, integendeel deze is origineel, heeft iets oosters, nomadisch.

Elke illustratie zet de lezer aan om geruime tijd in dit bijzonder sprookje te vertoeven, de tijd krijgt een andere dimensie. Verteller en kind dromen in gedachten weg bij dit wondermooi prentenboek, het nodigt ieder persoontje uit om verder te fantaseren en weg te mijmeren. Imme speelt met woorden, haar tekst sprankelt vol leven en speelse humor. Sprookjes zijn ook wel een beetje wreed, zo zijn volkse verhalen nu eenmaal. Voor Carll komt zijn droom uit: het illustreren van Pinokkio. Hij componeert met enkele kleuren een intens decor voor de kleine marionettenpop, heel simpel uitgebeeld met stokjes als armen en benen. 

In mijn herinnering als kind beleefde ik dit sprookje als het meest aangrijpende, pakkende en levensecht verhaal over deze bijzondere jongen Pinokkio. We worden verrast door nieuwe vondsten, zoals de gouden munten die in Pinokkio's mond klapperen. Zowel een kind als een volwassene beleven plezier, angst, hoop en intens geluk, het sprookje spreekt “boekdelen”.

Carll Cneut en Imme Dros hebben in symbiose met elkaar dit meesterwerk gecreëerd. Ze hebben het sprookje rijker gemaakt door een nieuwe symboliek aan toe te voegen. Dit prentenboek is een boek om “u” tegen te zeggen, een oud sprookje in een nieuw jasje.