Oliver Twist

Wie kent Oliver Twist niet? De kleine weesjongen die in armzalige omstandigheden in een armenhuis opgroeit, in Londen in een doorwinterde dievenbende terechtkomt en uiteindelijk na flink wat toeval zijn eenzame en armoedige bestaan achter zich kan laten. Dit populaire personage van Charles Dickens (1812-1870) groeide uit tot hét symbool van de grimmige sociale situatie in 19e-eeuws Engeland, en deze klassieker werd dan ook veelvuldig tot theaterstukken, films, TV-series en musicals voor de hele familie bewerkt. In Dickens' 150ste sterfjaar maakten Tiny Fisscher en Annette Fienieg er een rijkelijk geïllustreerd familieboek van. Fisscher is met Oliver Twist niet aan haar proefstuk toe. Eerder nam ze onder meer Romeo en Julia, Alleen op de wereld en De kleine prins al onder handen. Haar Instagramnaam is dan ook veelzeggend tinyfisscherherschrijft.

Dat Olivier Twist als feuilleton zonder vooropgezet schrijfplan verscheen is te merken aan Dickens' enigszins verwarrende en onverwachte plotontwikkeling. Fisscher maakt de ontknoping helder en aannemelijker door belangrijke personages en elementen (zoals Olivers halfbroer en het gestolen medaillon van zijn moeder) reeds vroeger in het verhaal te introduceren. Met het wisselen van enkele hoofdstukken en het schrappen van passages – in het bijzonder inleidingen en overpeinzingen – brengt ze ook meer tempo en dynamiek in het verhaal. En natuurlijk laat ze de nadruk op de Joodse afkomst van dievenleider Fagin wijselijk achterwege. Toch zijn haar ingrepen op zich niet vernieuwend, want ook andere scenarioschrijvers hebben Oliver Twist op gelijkaardige manier benaderd. In feite is niet duidelijk welke richting Fisscher met dit verhaal wil volgen. Ze lijkt te schipperen tussen een bewerking en een vertaling. Behoorlijk wat fragmenten werden immers letterlijk vertaald; ook al noemt ze Dickens' taal wat oneerbiedig "wollig" en "breedsprakerig". (Nou, daarover kan stevig gediscussieerd worden, maar dat is een andere kwestie.) Vreemd genoeg wordt Olivers iconische uitspraak "Please sir, I want some more." net wél heel vrij vertaald in "Hebt u nog wat pap voor mij?", dat bijlange niet dezelfde draagwijdte als het origineel heeft. Dat Fisscher zelf de begrippen "hervertelling" en "hertaling" door elkaar haalt is best raar, want een hertaling – in de zin van een verouderde versie in een taal omzetten naar een moderne versie in diezelfde taal – is deze Oliver Twist zeker niet. Hoe dan ook mist haar versie een eigen karakter en stijl. 

Dickens' verhaal was in se voor volwassenen bestemd. Bij de verwerking naar een kinderboek gaat onvermijdelijk veel van zijn fijnzinnigheid verloren. De lezers krijgen wel een goede impressie van het harde leven in die tijd. Ook de kleurrijke portrettering van enkele personages, zoals de omhooggevallen gemeentebode Mr. Bumble en de gewelddadige boef Bill Sikes, is gebleven, ook in de beelden van Fienieg. Het zijn degelijke maar weinig verrassende prenten van aquarel en collagetechniek die het verhaal getrouw uitbeelden, met volle aandacht voor de personages. Sommige illustraties zijn bepaald sfeervol; andere missen dan weer emotionele diepgang, zoals bij de weergave van Olivers intense gevoelens van woede en angst. Fienieg lijkt soms ook wat met de natuurlijke houding van armen en voeten te worstelen. Wel mooi is het contrast tussen de grauwe tinten voor het armenhuis en de dievenbende, en de heldere, zachte kleuren voor zijn (adoptie)familie. Een fraai voorbeeld van kleur als subtiele sfeerschepper. 

Deze Oliver Twist toont nogmaals dat een klassieker bewerken een grote uitdaging is. Fisscher en Fienieg hebben zeker de verdienste Dickens' literaire erfgoed voor jong en oud toegankelijk te maken, maar het boek heeft meer glans en piment nodig om werkelijk te schitteren.